Wet Werk en Zekerheid: Geen arbeid wel loon
Huidige situatie
Bij de invoering van de Wet werk en zekerheid zijn afspraken gemaakt over het onderwerp geen arbeid wel loon tenzij………Tot 1 april 2016 bepalen de artikelen 7:627 en 7:628 BW tezamen met artikel 7:629 BW (inzake het recht op loon tijdens ziekte) of een werknemer recht heeft op loon als hij niet werkt. Uit jurisprudentie volgt dat een non-actiefstelling van de werknemer, als deze wel bereid is te werken, in beginsel in de risicosfeer van de werkgever ligt, ongeacht de aard en ernst van de gedragingen van werknemer. Werknemer behoudt in dat geval dus recht op loon.
Situatie per 1 april 2016
Vanaf 1 april 2016 vervalt artikel 7:627 BW en wijzigt artikel 7:628 BW. In het nieuwe artikel 7:628 BW wordt bepaald dat werkgever het loon moet betalen, indien werknemer de arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het (gedeeltelijk) niet verrichten van de arbeid in redelijkheid voor rekening van werknemer behoort te komen. De uitzondering dat loon moet worden betaald ondanks het niet verrichten van arbeid lijkt de hoofdregel te zijn geworden. Daarmee wordt feitelijke de hoofdregel ‘geen arbeid, geen loon, tenzij…’ gewijzigd in ‘geen arbeid, wel loon, tenzij…’.
Bewijslast bij arbeidsongeschiktheid
De wetgever beoogt met de wetswijziging niets te veranderen aan de risicoverdeling tussen werkgever en werknemer. In de praktijk zal dit naar verwachting toch anders uitpakken, met name in geval van situatieve arbeidsongeschiktheid. Dat komt omdat de wetgever heeft toegelicht dat werkgever geen loon hoeft door te betalen bij situatieve arbeidsongeschiktheid, als de schuld ‘uitsluitend of in hoofdzaak’ bij werknemer ligt. Indien zowel werknemer als werkgever schuld hebben, bestaat een loondoorbetalingsplicht op grond van artikel 7:628 BW. Slechts in het geval dat de oorzaak uitsluitend of in de hoofdzaak bij werknemer ligt, zal werkgever geen loon hoeven doorbetalen. Dus wanneer werkgever meent dat het niet verrichten van de arbeid in de risicosfeer van werknemer ligt, dient werkgever dit te bewijzen in plaats van werknemer.
Bewijslast bij non-actiefstelling
Aan de andere kant biedt de gewijzigde wet voor werkgevers wellicht nieuwe kansen in geval van non-actiefstelling. Door de wetswijziging lijkt de jurisprudentie van de Hoge Raad niet meer toepasbaar omdat een schorsing wegens wangedrag voor rekening en risico van werknemer komt. In dat geval hoeft geen loon te worden betaald gedurende de non-actiefstelling.
Heeft of krijgt u met een bovenstaande situatie te maken, laat u dan adviseren.
C&J Juridisch Advies
Breda