Is payrolling vanaf 1 januari 2015 nog interessant?
Op 17 november 2014 heeft de Minister van SZW aangekondigd dat per 1 januari 2015 het Ontslagbesluit inzake de opzegging van de arbeidsverhouding met een payrollwerknemer wordt aangepast. Het doel hiervan is om ervoor zorgen dat werknemers in dienst van een werkgever en werknemers op basis van een payrollovereenkomst qua ontslagbescherming niet langer van elkaar verschillen. Wat houdt dit in de praktijk in voor de payrollwerkgever, de payrollwerknemer en de opdrachtgever (inlenende werkgever)?
Wat is payrolling?
Bij payrolling wordt een werknemer uitgeleend aan een opdrachtgever waarbij het juridisch werkgeverschap komt te liggen bij het payrollbedrijf. Deze verzorgt dan de salarisbetaling. Daarnaast heeft de opdrachtgever vaak zelf de selectie van de werknemer gedaan.
Voor 1 januari 2015
Als de opdrachtgever de werknemer niet meer nodig heeft en de payrollopdracht beëindigt dan is er sprake van verval van een arbeidsplaats bij het payrollbedrijf en kan het payrollbedrijf een ontslagaanvraag indienen bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen. Het payrollbedrijf hoeft niet aan te geven wat de reden is voor de beëindiging van de payrollopdracht en krijgt zonder verdere toets van het UVW hierop de ontslagvergunning. Het afspiegelingsbeginsel is hierbij in beperkte mate van toepassing en de wederindiensttredingsvoorwaarde geldt niet. Het payrollbedrijf heeft daarentegen wel een inspanningsplicht om de overtollige werknemer te herplaatsen.
Vanaf 1 januari 2015
Als de opdrachtgever de werknemer niet meer nodig heeft en de payrollopdracht beëindigt dan kan het payrollbedrijf niet meer zo maar af van de werknemer. Er dient namelijk te worden gekeken naar de omstandigheden bij de opdrachtgever. Dus als er bijvoorbeeld onvoldoende werk is bij opdrachtgever dan zal aannemelijk moeten worden gemaakt dat het vervallen van een arbeidsplaats bij de opdrachtgever noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering. Tevens dient de voordracht voor het ontslag voor de betreffende werknemer in overeenstemming te zijn met de toepassing van het afspiegelingsbeginsel bij opdrachtgever. Verder wordt aan de ontslagvergunning de voorwaarde verbonden dat de opdrachtgever niet binnen 26 weken na de ontslagvergunning een werknemer in dienst zal nemen voor het verrichten van werkzaamheden van dezelfde aard nadat hij de werknemer in de gelegenheid heeft gesteld zijn vroegere werkzaamheden te hervatten.
Een ander voorbeeld is dat opdrachtgever vindt dat een werknemer niet functioneert. Er wordt dan alleen toestemming voor opzegging van de overeenkomst verkregen als aan de voorwaarden voor een ontslag wegens onvoldoende functioneren bij (en door) opdrachtgever is voldaan.
Overgangsrecht
De wijziging gaat voor bestaande payrollovereenkomsten gelden per 1 juli 2015 en voor nieuwe overeenkomsten per 1 januari 2015.
Tot slot
Je kunt je afvragen of payrolling voor een opdrachtgever nog wel interessant is als hij de payrollopdracht niet meer zo kan beëindigen wegens bijvoorbeeld verval van werkzaamheden. De flexibiliteit van payrolling komt hiermee in ieder geval wel enorm onder druk te staan en kan zelf leiden tot de situatie dat een opdrachtgever een vaste medewerker moet ontslaan en een payrollmedewerker moet houden als gevolg van toepassing van het afspiegelingsbeginsel. Mocht je over dit onderwerp meer willen weten, vraag het ons.
C&J Juridisch Advies Breda