Aanzegging per e-mail houdbaar?
Sinds 1 januari 2015 is de werkgever verplicht om aan een medewerker waarvan de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (duur van zes maanden en langer) niet wordt verlengd een maand voor afloop schriftelijk een mededeling hiervan te doen (artikel 7:668 BW). Dit wordt ook wel de “aanzegplicht” genoemd. De aanzegplicht geldt ongeacht de omvang van de arbeidsovereenkomst. De werkgever wordt niet verplicht om te motiveren waarom hij de arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten.
Bewijslast
Een werkgever dient aan te tonen dat de aanzegging de werknemer heeft bereikt, waarvan de bewijslast bij de werkgever ligt. Op basis van jurisprudentie is een aanzegging ook via een Whatsapp-bericht mogelijk indien de aanzegging per WhatsApp-bericht plaatsvindt (en de werknemer op dat bericht reageert).
Aanzegvergoeding
Ook als de werkgever de werknemer niet aanzegt, eindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege. De werkgever is in dat geval een vergoeding verschuldigd ter hoogte van een maandsalaris (het kale salaris, zonder de vaste looncomponenten als vakantiegeld, een vaste eindejaarsuitkering of een dertiende maand). Bij niet tijdige nakoming (de werkgever zegt bijvoorbeeld twee weken voor het einde van de arbeidsovereenkomst aan) is deze boete pro rata. Hierbij moet worden uitgegaan worden van de resterende dagen van de betreffende maand. Indien de werkgever de aanzegvergoeding niet betaalt dan dient de werknemer. Om aanspraak te kunnen maken op de aanzegvergoeding dient de werknemer door middel van het indienen van een verzoekschrift bij de rechter binnen twee maanden een beroep te doen op de niet nakoming van de aanzegplicht. Indien de werknemer dit nalaat, vervalt zijn aanspraak op de aanzegvergoeding.
Ontkenning ontvangst e-mail
Recentelijk is er medewerker geweest die zijn werkgever voor de rechtbank daagde om een aanzegvergoeding te claimen. De arbeidsovereenkomst van de werknemer liep af per 1 april 2017. De werkgever gaf aan de werknemer hierover op 24 februari 2017 te hebben geinformeerd per e-mail. De werknemer gaf enkel als onderbouwing aan de e-mail te nooit te hebben ontvangen en kon de reden daarvan niet goed verklaren. Andere e-mails die vanuit de werkgever waren gestuurd in die periode waren wel aangekomen. De werkgever kon aantonen dat de e-mail vanuit de server verzonden was naar de werknemer. Het standpunt van de rechter was dat er onvoldoende bewijs was om de medewerker in het gelijk te stellen omdat een niet-gelezen e-mail per definitie niet betekend een niet-ontvangen e-mail.
Tips
In deze situatie heeft de werkgever gelijk gekregen maar is er wel een rechtszaak voor nodig geweest. De werkgever had dit kunnen voorkomen door op een andere wijze aan te zeggen. Bijvoorbeeld door:
- direct bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst de medewerker te zeggen dat zijn arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd (de aanzegging in de arbeidsovereenkomst met goede bewoording opnemen).
- een aangetekende brief verzenden aan de werknemer.
- de werknemer voor ontvangst van de aanzegbrief laten tekenen.
Anderszijds ligt het beroep op niet-naleving van de aanzegplicht in handen van de werknemer. Indien de overeenkomst alsnog wordt verlengd of indien de wegen van werkgever en werknemer elkaar in de toekomst nog kunnen kruisen zal de werknemer – met het oog op een goede verstandhouding – niet snel geneigd zijn tot het claimen van de aanzegvergoeding.
Wil je meer weten over jouw rechten of plichten in het kader van de aanzegverplichting, vraag het ons.
C&J Juridisch Advies
Breda